• Search

Veel gestelde vragen

Veel gestelde vragen

In het kader van het akkoord over de staatkundige hervorming van de voormalige Nederlandse Antillen is een monetaire unie tussen Curaçao en Sint Maarten tot stand gebracht.

In de Regeling Gemeenschappelijk Geldstelsel Curaçao en Sint Maarten, die de munteenheid van de monetaire unie van deze twee landen regelt, is bepaald dat de Caribische gulden de huidige Nederlands-Antilliaanse gulden (NAf.) zal vervangen.

Het produceren van bankbiljetten en munten is noodzakelijk omdat – zoals uit onderzoeken is gebleken - nog veel mensen op Curaçao en op Sint Maarten enkel contant geld gebruiken voor hun betalingen. De economieën van deze landen zijn voornamelijk ‘cash based’, hetgeen te maken heeft met onder meer ‘financiële inclusie’ waarbij nog niet iedereen over een bankrekening beschikt.

Voorts blijft contant geld van belang omdat deze – als wettig betaal middel – te allen tijde als betaalmiddel is te gebruiken en tevens ideaal als back-up dient voor digitaal betalen in geval van elektriciteit- en/of internet storing en natuurrampen waarbij digitaal bankieren/betalen niet mogelijk is. 

Contant betalen heeft verder als voordeel dat de betaling ‘anoniem’ kan zijn, waardoor de privacy van de betaler gewaarborgd wordt aangezien een contante betaling geheel los staat van girale systemen.

De invoering van een nieuwe munt is noodzakelijk geworden gezien de verwachte tekorten in de voorraad van de verschillende denominaties bankbiljetten en munten van de Nederlands Antilliaanse gulden. Bovendien heeft de drukkerij die de bankbiljetten van de Nederlandse Antillen produceert, de productie van bankbiljetten gestaakt terwijl andere drukkerijen al hebben aangegeven dat zij, onder meer gezien de verouderde veiligheidskenmerken van de bankbiljetten van de Nederlands-Antilliaanse gulden, niet in staat zijn deze nog volgens dezelfde specificaties te produceren. Een aanpassing van de specificaties van de bankbiljetten van de Nederlands-Antilliaanse gulden, oftewel een vernieuwde versie daarvan, is daarom noodzakelijk om nieuwe bankbiljetten te kunnen produceren en zo aan de vraag te voldoen. Aangezien de kosten van de modernisering van de bankbiljetten van de Nederlands-Antilliaanse gulden en het effect daarvan op het betalingsverkeer vergelijkbaar zouden zijn met de invoering van een nieuwe munt, werd het logisch geacht voor de invoering van de nieuwe munt te kiezen.

Bovendien bieden de verouderde specificaties van de huidige bankbiljetten en munten, in combinatie met moderne technologische ontwikkelingen, ruimte voor vervalsingen van hoge kwaliteit.

Ten slotte vormen de risico’s in verband met voorraadtekorten en de ontoereikende veiligheidskenmerken een reële bedreiging voor het vertrouwen van het publiek in het bestaande wettige betaalmiddel en dus in de veiligheid en efficiëntie van het betalingssysteem als geheel.

De Caribische gulden-munten krijgen de volgende denominaties: 5 gulden, 1 gulden, 50 cent, 25 cent, 10 cent, 5 cent en 1 cent.

Voor bankbiljetten, zijn de denominaties: 200 gulden, 100 gulden, 50 gulden, 20 gulden en 10 gulden.

De NAf 250 gulden maakt plaats voor de Caribische 200 gulden en de NAf 25 gulden maakt plaats voor de Caribische 20 gulden.

De nieuwe denominaties van de bankbiljetten sluiten beter aan bij hetgeen in het internationale betalingsverkeer gangbaar is, zoals bijvoorbeeld bij de euro en de dollar.

De Caribische gulden wordt, net zoals de NAf., wettelijk gekoppeld aan de Amerikaanse dollar tegen een koers van US$ 1 = 1,79.

Voor het publiek betekent dit dat zij het cash-geld dat zij hebben aan NAf moeten inwisselen bij hun commerciële bank voor Caribische guldens of het bedrag aan contant-geld laten storten op hun bankrekening.

Wanneer het publiek geld uit de ATM haalt, krijgt het vanaf de introductiedag, alleen Caribische gulden-biljetten uit de ATM.

De CBCS is verantwoordelijk voor het ontwerpen en laten drukken van de bankbiljetten. Ook het ontwerpen en slaan van munten in verschillende denominaties valt onder haar verantwoordelijkheid.

Het ontwerp en de specificaties van de munten zijn vastgelegd in artikels 9 en 10 van de "Regeling Gemeenschappelijk Geldstelsel Curaçao en Sint Maarten". De materialen waaruit de munten worden vervaardigd, alsmede het gewicht, de afmetingen en het aantal van deze munten worden bepaald door de CBCS.

Het ligt in de bedoeling om de Caribische gulden medio 2024 te introduceren.

Het auteursrecht ligt bij de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten.

De wisselkoers van de Nederlands Antilliaanse gulden naar de Caribische gulden is 1:1. De Nederlands Antilliaanse gulden en de Caribische gulden zijn evenveel waard.

De afkorting voor de Caribische gulden wordt Cg. 

De officiële valutacode in het betalingssysteem wordt echter XCG. De reden hiervoor is dat wanneer het meer dan één land betreft, (in dit geval, de landen Curaçao en Sint Maarten) de officiële valutacode als regel altijd met een 'X' moet beginnen.


Voor de Nederlands-Antilliaanse gulden gebruiken we NAf. als valutateken (afkorting) terwijl de officiële valutacode ANG is.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de Afdeling Corporate Communication van de CBCS: [email protected]

Last updated: 20.03.2023 16:03